Terug naar de startpagina. Oude Raadhuis met torentje en bordes uit 1806. werd als raadhuis tot 1963 en sinds 1990 gebruikt als huisvesting voor de Heemkundekring en VVV. Heilige Luciakerk, neogotische kerk uit 1859 gebouwd door H.J. van Tulder. Brits militaire begraafplaats en laatste rustplaats voor 665 Britse 
		militairen Televisietoren Mierlo is een 105 meter hoge zendmast uit 1957. Kasteelboerderij aan de Kasteelweg uit omstreeks 1700 behoorde oorspronkelijk
 bij Kasteel Mierlo. De huidige standerdmolen zou gebouwd zijn in 1640 en stond op het hei-eind. In 1858-1860 werd de molen overgeplaatst naar de dorpskern van Mierlo. Patronaatsgebouw uit 1914, het familiewapen bevindt zich boven de ingang.
        Kasteel Myerle, informatie Lettertype verkleinen    Lettertype herstellen     Lettertype vergroten    

Zusters Franciscanessen Mierlo

Transcriptie brieven eerwaarde zuster Eleutheria, overste uit Mierlo



  

  7 nov 1944  

  19 nov 1945  

  

brief van 7 november 1944

J.M.J.F.

Mierlo, 7 november 1944

Goede Moeder en zusters,

Nu Brabant bevrijd is, hunkeren we naar nieuws van de Huizen. Gelukkig kunnen we u meedelen, dat wij er zonder ongelukken vanaf zijn gekomen. We zijn veel dank verschuldigd aan de goede God, die ons zo zichtbaar bewaard heeft en nog bewaart, want na de bevrijding hebben wij tot nu toe al meer angst uitgestaan dan in de hele oorlogstijd. Daarom zal ik u nu het een en ander van onze bevrijding in het kort vertellen.

Op 1 september begonnen wij gewoon de school. De kinderen kwamen prachtig op, maar de tweede dag was dat al minder. Op de derde dag verscheen er haast niemand meer. Iedereen had grote schrik van de Duitsers die in wanorde door het dorp trokken, stelend wat ze maar te pakken konden krijgen: fietsen, vee en levensmiddelen.

Op 4 september werden onze scholen gevorderd, maar de heren durfden er niet te slapen,bang als ze waren voor de rondcirkelenden vliegtuigen. 's Nachts dwaalden ze rond, in en om onze tuin, terwijl wij in de gang doodsangsten uitstonden vanwege de zware ontploffingen en de grote steekvlammen die vanuit Eindhoven en Helmond opstegen. Dat duurde tot de bevrijding van Valkenswaard, waarop spoedig de stad Eindhoven bevrijd werd. Diezelfde dag kwam een grote tankcolonne Mierlo binnen gereden. De vreugde hier was echter van korte duur, want met groot vertoon van macht kwamen de Duitsers vanuit Helmond aangerukt. De Engelsen draaiden om en lieten ons met de Moffen zitten. Het werd de bangste nacht voor ons uit de hele oorlog. Om 8 uur 's avonds kletterden de bommen boven Eindhoven en zagen wij overal branden. Ons klooster wiegde met de bommendreun mee en heel de nacht moesten wij met al de mensen van het bejaardenhuis in onze kelders blijven. Meestal was het overdag nogal rustig, maar tegen de avond begon het altijd. Dat duurde zo zes dagen. Weer kwam een grote tankcolonne binnenrijden. Die probeerde uit alle macht de twee bruggen over het Eindhovens kanaal in handen te krijgen.

Er werden heel wat Duitsers gedood, maar er vielen helaas ook veertien slachtoffers in onze parochie. Weer moesten we een hele nacht in de kelder zitten, terwijl de granaten rond ons klooster floten. Een pater dominicaan, die met ons in de kelder zat,las in een rustig half uurtje de H.Mis. Daarna hielden we ons nog tot negen uur verborgen. Toen kwam men ons zeggen, dat de granaten niet meer gevaarlijk waren, maar over ons huis heen vlogen, we konden voortaan gerust boven blijven. De zusters waren allemaal erg moe van het getob in de laatste dagen. Daarom mochten we in groepjes gaan slapen die dag. O.L.Heer wist het echter anders te beslissen en zond ons 100 vluchtelingen uit Helmond en Mierlo-Hout. De meesten waren arme mensen, zonder kousen, schoenen of klompen. Er waren tien baby's bij en bovendien nog negen zieken. De naaischool toverden we om tot ziekenafdeling. Voor de rest lagen de mensen op stro in de scholen, met de verwarming aan. Gelukkig hadden we veel aardappelen opgeslagen, zodat we een week lang die mensen konden voeden zonder iemand lastig te vallen. De tweede dag werd er een jongetje geboren dat genoemd werd naar Prins Bernard. De volgende nacht weer een kindje. U begrijpt hoe druk het hier was. We deden het echter graag, want het is beter te geven dan te ontvangen of zelf te moeten evacueren. Na een week waren de meesten weer weg en konden wij de scholen ontsmetten. Nauwelijks waren we daarmee klaar of een Engels lazaret kwam er in.

We gingen toen maar school doen in de bewaarschool. Dat konden we een maand rustig volhouden. Zo nu en dan moesten we wel eens een middag sluiten, omdat wij altijd de vluchtelingen moesten ontvangen, die dan van ons uit over de parochie verdeeld werden. Zo op één middag 500 vluchtelingen uit Nijmegen en 100 uit Venray. Van elke groep bleven er dan meestal een twintigtal hier achter in het gasthuis. Nu nog herbergen we een man uit Bemmel, 88 jaar oud, stokdoof, die zijn familie onderweg is kwijt geraakt. Nu houden wij hem maar tot er weer reisgelegenheid is naar Bemmel.

Voor de kinderen is het nu een interessante tijd. Op 12 oktober bezocht Prins Bernard met de Engelse koning onze "stad" en daags daarna was het inspectie door Opperbevelhebber Montgommery, in de woningbouw vlak achter ons klooster. De Engelsen geven zo nu en dan een feest voor onze kinderen. Dan kunnen zij zich te goed doen aan allerlei ongekende lekkernijen.

Sinds 2 november hebben we echter geen school meer. Alle vertrekken rond en in ons klooster zijn gevorderd voor de staf. Zij hinderen ons niet. Wel wordt er dag én nacht gewerkt.

Sinds de bevrijding van De Peel is het hier veel rustiger geworden. Wel zien we elke nacht nog de grote branden in het oosten. Dat zal echter na de grote strijd in het Ruhrgebied ook wel ophouden. Het is een naar gezicht, maar het hindert ons niet.

Goede Eerwaarde Moeder en zusters, we hebben al ons wedervaren verteld en hopen spoedig iets van u te horen.

Hartelijke groeten van Moeder Eleutheria
en alle zusters van Mierlo.

naar boven

brief van 19 november 1945

Bovenstaande brief is ondertussen wel oud geworden, maar voor jullie is alles nieuw en daarom durf ik hem gerust nog weg te sturen en zal hem nog aanvullen met de gebeurtenissen in de overige maanden, die zeker niet de onbelangrijkste waren.

Zoals boven reeds geschreven, kregen we op Allerheiligen volledige vordering van ons huis en de scholen. Dat was geen wonder, want Mierlo werd het hoofdkwartier van Montgommery. Bijgevolg werd zowat het hele dorp opgeëist. Er kwamen maar liefst zeven generaals, een brigade-generaal, kolonel, ,groot-majoor en nog 120 officieren, 2000 manschappen. Er was geen huis of het had inkwartiering. Rond de school was 't het drukst. In de pastorie aten de hoge oomes. Daar stond het rondom vol wagens. Want denk je eens in: elke hoge officier had minstens een wagen en een jeep, en sommigen wel drie auto's, of een slaapwagen, of een werkwagen erbij, net verhuiswagens. WU kregen een kolonel op de spreekkamer, met een badman boven in het pension. Op de speelplaats werkauto's en jeeps. In de tuin zeven auto's met landkaarten, drukkerij enz.

In de bewaarschool een uitzendstation voor de vliegtuigen en kantoorruimten. Daar hadden ook altijd de vergaderingen plaats vóór elk offensief. De wachten stonden voor het huis opgesteld en voor de pastorie. Bij het donker worden werden ze verdubbeld. Als er iets bijzonders te doen was, kwam er bij elke deur een wacht staan. Dan mochten we zelf ook nergens komen, maar ze kwamen dat steeds hoffelijk zeggen. We leefden met hen in één gebouw, hadden praktisch geen vrijheid, want dag en nacht stond alles open, maar ze hinderden ons nooit. Een ieder ging zijn eigen gang, met dit verschil, dat zij ons elke dag voedsel schonken. Wat zij aten kregen wij ook: soep, vlees en zelfs gebak. En voor de oudjes kregen we de nodige pap. Dat was een uitkomst in die moeilijke winter.

Een moeilijke winter was het, want al leden wij hier geen honger zoals de mensen in het noorden, wij hier hadden het ook niet breed met de 125 gram boter en vlees in 10 dagen. We waren maar wat blij met wat we iedere dag kregen van onze bevrijders en omdat die ook onze varkens verzorgden, waren we er nadien ook nog rijk mee. Of we het gemakkelijk hadden tijdens die inwoning? 0 neen. Nooit hebben we harder moeten werken dan toen. Een zuster had het druk met het bad, van de vroege ochtend tot de late avond. Verder wassen, sokken stoppen, borduren, breien, muziek afschrijven, vertalen. Nee, het laat zich niet beschrijven. Ik heb nooit kunnen dromen dat een leger zo’n verzorging nodig heeft. Dikwijls hadden zij bezoek en dan kwamen ze van alles lenen: servies, tapijten, palmen enz. Hadden ze feest, dan kwamen ze gewoon om veertig tafellakens vragen, zoveel servetten en honderd glazen en je weet niet wat. Maar tot hun eer moet gezegd worden, dat ze alles altijd keurig netjes terug brachten.

Met Sinterklaas gaven ze een feest. Aan de Mierlose jeugd. Dat was me wat. Geen school, en toch moest alles georganiseerd worden. In een zaal in het dorp zou de Sint één dag ter beschikking zijn voor de jongens, één dag voor de meisjes en een avond voor alle zevenjarigen en die daarboven. Elk kind kreeg een sandwich, door ons klaar gemaakt, met een pink dik het gehakt erop. Verder kregen zij rozijnenbollen, thee met suiker, een tablet chocolade en een speculaaspop van 30 cm lengte, waar de boter als het ware van afdroop. Wij moesten natuurlijk ook mee. Aangezien zij meenden dat wij niet buiten mochten komen, werden wij allemaal gehaald met luxe wagens en zo ook weer netjes thuis gebracht. In de zaal was het eerst film. Het was een propagandafilm, die over Hitler en Goering ging. Daarna hebben wij de officieren vermaakt met dans en spel, en met het klomp zetten bij een echte Sinterklaas (een Engelandvaarder=Nederlander in Engelse leger) en bij de nodige Engelse Zwarte Pieten. Alles werd gefilmd en kwam zo in de Engelse kranten. Wij deelden in alles mee wat de kinderen kregen.

Na afloop gaven ze ons nog een volle doos chocolade tabletten mee naar huis, omdat het zo fijn geweest was. De oudjes hadden ook een feestavond. Onvergetelijk was dat festijn! Op hun eigen bruiloft hadden ze het niet zó goed gehad! Eén zaak was heel erg naar geweest. Die Engelse Sinterklaas gaf alle dames een welkomstzoen en de maagden was zoiets nog nooit overkomen. Vandaar dat dezen wel een half uur over hun wang streken van de ongewone aandoening, tot groot vermaak van de anderen!

Kerstmis gaf nieuwe drukte. Op 24 december kwam er een uitzending van onze schoolkinderen voor het Engelse volk. De kleine spreekkamer diende als studio. Een meisje bracht namens alle Nederlandse kinderen de beste wensen over aan de Engelsen. Daarna zongen ze (niet lachen) Sinterklaasliedjes. Vervolgens kwam er een interview over het onderwijs, waarbij U de spreekster, Sr.Margarita, moest aangeven het verzet van het onderwijzend personeel tijdens de bezetting. Tot slot nog het Engelse volkslied. Het slaagde allemaal prachtig. Eerst kwam Frankrijk in de uitzending, toen België en vervolgens Mierlo namens Nederland. De kapitein van de afdeling propaganda was zó in de wolken, dat hij ons persoonlijk met kerstgaven kwam overladen. Dat was voor het hele huis: mik, vlees, pudding, suiker en boter.

Zo gingen we zonder nachtrust de nachtmis in, bijgewoond door mensen uit allerlei naties. Het stond er propvol. Er waren ook Franse officieren bij dat opperbevel. Ook Duitsers waren erbij aanwezig, maar dat wist niemand!

Vurig en innig stegen de gebeden op om vrede. Die bleef helaas zo lang uit terwijl iedereen er zo naar verlangde.
In de voormiddag vond er een godsdienstoefening plaats van de High Church bij ons in de lokalen. Onze meisjes moesten na afloop Kersttafereeltjes opvoeren. De generaal gaf verlof om op de speelplaats te komen, dat mocht anders nooit, en zo togen wij naar school. Vol ontroering keken die hoge lui naar de sublieme kinderuitvoering. De speelstertjes werden rijk onthaald en per auto vervoerd naar een fabriek, waar een andere afdeling lag. Opdat de kinderen het maar niet koud zouden krijgen, waren er echte dekens op de vloer uitgespreid. Vandaar ging het naar een andere plaats. Zodoende werd het heel laat. Ze boden ons met de kinderen een diner aan. Alles zoals in een eerste klas hotel. De kinderen keken hun ogen uit. De hoogsten in rang bedienden ons. En wat voor een gerechten kregen we! Twee uren hadden we gesmuld en kregen toen nog een zak bonbons, een reep en een sinaasappel mee naar huis.
Nadien liet de generaal nog voor heel het convent een sinaasappel brengen. De pastoor moest ons van de Groot-Majoor komen verrassen met een stuk zeep voor ieder. U ziet dat wij er heel goed mee konden huizen, al waren we maar eenvoudige zusters.

Generaal Eisenhower is ook een keer op bezoek geweest. Toen werd alles afgezet met kanonnen. Voor elke deur een militaire politie en in alle kamers in het huis soldaten, met de zusters erbij. Dit alles tegen de spionage. Met dat al konden wij ook de plechtige ontvangst meemaken die plaats vond in de grote zaal van de pastorie.

Generaal Dempsey kwam ook verscheidene malen. Die heeft zelfs bij ons in een spreekkamer geslapen. Montgommery liep zomaar vrij rond. Dan was er wel wat meer politie, maar meer ook niet. "The little Monty" zeiden de soldaten altijd. Dan waren ze net zo blij alsof ze hun vader zagen. Vier maanden lang bleef die Engelse afdeling bij ons.
Het was vreemd stil, toen alles op een morgen vertrok.

Daarna kregen we een maand lang de achterhoede van dat leger. Dat was zo rijk niet uitgerust, ofschoon ze het niet slecht hadden. Het mooiste van alles vond ik de gesprekken die plaats vonden met de vliegtuigen, vanuit onze school. Allemaal kwamen ze over ons huis en ze wisten altijd het laatste nieuws. Ooit vertelde men ons wel eens wat, doch dat was zelden. Alles was geheim en niemand kwam daar zonder kaartje binnen.

Tot heden zijn onze scholen nog niet vrij gegeven. We hebben ze al drie keer schoon gemaakt. Eerst gingen we er nog wel voor een paar dagen in, maar dat verhuizen wordt men moe. Daarom blijven we maar in de bewaarschool zitten én in een noodgebouw in het dorp. We doen de hele dag school. "De straat" zegt, dat we Hollanders krijgen deze week.
Ons dorp zit volgepropt met evacuees, al zes honderd. Als die weg zijn komen er kinderen. Ook komt er een noodziekenhuis voor kinderen in een mooie villa in de bossen. Daar heeft vroeger een officier gewoond.

Er is hier ook een Russisch huwelijk gesloten. Geen Engels, daar zorgde de pastoor wel voor. Toch ben ik de goede God dankbaar dat Hij alles nu weer een beetje gewoon laat worden. Me dunkt dat Hij dan het vurigste gediend wordt, en daar zijn wij toch maar voor. Heel ons leven zouden we Hem dank moeten brengen voor zijn onuitsprekelijke goedheid waarmee Hij ons zo zichtbaar heel de oorlog beschermd heeft en geholpen; nooit honger, geen bombardement, geen huiszoeking.

Goede Moeder en zusters, weest allen hartelijk gegroet van
Moeder Eleutheria en de zusters van Mierlo.

naar boven


De originelen van de betreffende brieven.


Liberation route 2019. logo 75 jaar vrijheid Liberation route 2014

Ontwerp: Beeldmerk 
	ViziVormViziVorm | Realisatie: Bullit beeldmerk Apart InternetApart Internet | Webmaster: Hans Verhees