Terug naar de startpagina. Oude Raadhuis met torentje en bordes uit 1806. werd als raadhuis tot 1963 en sinds 1990 gebruikt als huisvesting voor de Heemkundekring en VVV. Heilige Luciakerk, neogotische kerk uit 1859 gebouwd door H.J. van Tulder. Brits militaire begraafplaats en laatste rustplaats voor 665 Britse 
		militairen Televisietoren Mierlo is een 105 meter hoge zendmast uit 1957. Kasteelboerderij aan de Kasteelweg uit omstreeks 1700 behoorde oorspronkelijk
 bij Kasteel Mierlo. De huidige standerdmolen zou gebouwd zijn in 1640 en stond op het hei-eind. In 1858-1860 werd de molen overgeplaatst naar de dorpskern van Mierlo. Patronaatsgebouw uit 1914, het familiewapen bevindt zich boven de ingang.
        Kasteel Myerle, informatie Lettertype verkleinen    Lettertype herstellen     Lettertype vergroten    

 

Aflevering IX. Het Apostelhuis

Geestellijke helpt de arme
Geestelijke helpt de arme

In ons vorig artikel vertelden we terloops, dat Kardinaal van Enckevoirt ondanks zijn hoge waardigheden, die hij bekleedde, zijn geboortedorp niet vergat. Dit blijkt uit de stichting welke hij aldaar op hoge ouderdom wist tot stand te brengen. In het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch bevindt zich een akte van Walterus Seellens, openbaar notaris aldaar, van 3 augustus 1545, waarin vermeld staat, dat heer Willem van Enckevoirt, priester, kardinaal van St. Jan en Paulus. Bisschop van Darthuysen enz. "uut zekere devotie, charitate ende liefde", begeert had in zijn geboorte-plaats Mierlo een hospitaal of godshuis te stichten voor twaalf arme oude mannen „ende in 'tzelve te timmeren ende te stichten een capelle tot onderhoudenisse van eenen priestere om er alle daige missen inne te lesene ende celebeeren", waarvoor hij 8 september 1531 een gratiose bul van Paus Clemens VII had verkregen; dat genoemde kardinaal daarop begonnen was met dat gasthuis aldaar te stichten, doch dat hij niet had voltooid, dat hij daarom in zijn testament zijn zuster Elysabeth van Enckevoirt, huisvrouw van Gerard Michiels en zijn erfgenamen, zijnde de kinderen van deze echtelieden, had opgedragen dat gasthuis uit de fondsen zijner nalatenschap te voltooien; dat hoewel zijne erfgenamen ende uitvoerders van zijn uiterste wil daartoe bereid waren, zij dit niet hadden kunnen doen, omdat aan een iegenlijk in Brabant verboden was een fundatie van een gast- of godshuis te maken zonder consent van de Hertog van Brabant; dat om die reden de erfgenamen van de Kardinaal aan Z. M, de Keizer als Hertog van Brabant verzocht hadden hun toe te staan te Mierlo te verkrijgen een stuk land ter grootte van één bunder, om daarop te timmeren en stichten bedoeld hospitaal, alsmede om daartoe een losrente te mogen verkopen, dat Zijne Majesteit hun dat had toegestaan bij octrooi van 6 oktober 1537; dat intussen Elysabeth van Enckevoirt ziek van lichaam zijnde, met haren genoemden man een mutueel testament had gemaakt, o.a. inhoudende, dat de langstlevende hunner het hospitaal of gasthuis zoude stichten, dat echter Elysabeth voornoemd vóór haren man is komen te overlijden en dat mitsdien deze, zijnde genoemde Gerard Michiels, raad van 's Bosch, voor hem, notaris. is verschenen, verklarende, dat hij op grond van de wens van Kardinaal Willem van Enckevoirt en diens zuster te vervullen, uit kracht van voorzegt octrooi en mutueel testament en met consent en in tegenwoordigheid van zijn kinderen, heeft gesticht en sticht, mits dezen het bedoeld hospitaal voor twaalf oude mannen binnen het dorp van Mierlo ter ere Gods en van de Twaalf Apostelen en dat hij daartoe bestemd:

kaart apostelhuis
Het Apostelhuis lag helemaal aan de rand van Mierlo
tegen de Helmondse grens, zoals op deze carte figuratief
uit 1706 te zien is.
"een huys, erve, hoff met syne grachten, poirten oft andere huysen ende erffenisse daeraen liggende, soe ackerlant als weylant, genoempt Stockelmans huyske, met synen toebehoirten, omtrent eenen buenre groot, gelijck hetzelve gelegen is in der prochie van Mierle ter plaetse geheyten Helmontderhaudt, welck huys, erve hoff ende erffenisse, voer gespecifiseert, met meer andere gueden Mr. Tielman van Geldrop tot behoeff des Eerw. heere Willeme van Enckevoirt priester, enz. tegen Heere Lenarden van Gerwen, priestere ende Janne van Gerwen, syne bruedere, vercregen hadde; enz."
Voorts stelde hij een reglement voor dit gasthuis vast, waaraan wij het volgende ontlenen. Het doet ons de aard en de inrichting dezer stichting nader kennen. Na hem zouden provisors, rectors of collators zijn, zijn kinderen of zijn erfgenamen, die hem en zijn vrouw zaliger in den bloede het naast zouden bestaan, en bij gebrek van dezen de oudste kerkmeesters en de waarachtige pastoor van Mierlo, als mede de prior of de paters van de Regulieren te Woensel bij Eindhoven en dat dezen zullen mogen aanstellen een rentmeester om het gasthuis voor hen te besturen. De mannen, die in het gasthuis ter verpleging zouden opgenomen worden, moesten zijn ongehuwd of weduwnaars en van goede naam, faam, en conditie en niet jonger dan 50 jaren, tenware jongere gebrekkig zouden zijn. Als er oude mannen van de familie van Enckevoirt zouden zijn, moesten deze vóór alle anderen opgenomen worden. De opgenomen mannen waren verplicht zich te gedragen volgens het reglement van het huis.

In het gasthuis moest gesticht worden een altaar ter ere Gods en van de Twaalf Apostelen en daarop moesten ’s wekelijks zoveel Missen gedaan worden als de rector zou goedvinden, opdat de oude mannen, in dit gasthuis verblijvende, ver van de kerk afwonen, hun Missen aldaar mogen horen en voor de fundateurs devotelijk zouden bidden. De kerkelijke diensten werden dagelijks in de kapel verricht door een inwonend priester. Hem kwamen de inkomsten van dit beneficie ten goede, die aan de bediening van dit altaar verbonden waren. De begeving hiervan stond aan de naaste bloedverwant van de familie van Enckevoirt. Als priesters rectoren, die ook wel "pastoor" van het Apostelhuis genoemd werden, vinden wij vermeld:
1560       Hegr Claissen.
1573—1602, Nico'aas Pauwelszoon van Glabbeeck.
1607       Johannes van Kessel Bartelszoon, Jan Gruijthuysen. Deze heeft enkele geschiedkundige aantekeningen omtrent Mierlo nagelaten.
1620—    Jan Houbraecken Janszoon.
1625—    Wilhelmus Stappers of Stappart.
In de zogenaamde protestantse tijd, van 1648—1795, waarin Noord-Brabant als wingewest behandeld werd, werden ook de goederen van het Apostelhuis door het Land aangeslagen. De provisors waren nu de predikanten van Mierlo, Nuenen, Heeze en Eindhoven. De goederen werden beheerd door een rentmeester, die ook vaak op het Apostelhuis zelf woonden.
Achtereenvolgens vonden wij in deze functie genoemd:
Goossen van Wesel.
Peter van Deutecum.
Zacharias van Deutecum.
Gijsbert van Deutecum.
De heer Brehar Tempelaer.
Henrick Doncker.
De heer Jac. Francis Walraven.
De heer Corstiaen Rombouts.
Hendrik van den Eijnde.
Nadat ten gevolge van de Franse revolutie Noord Brabant weer vrij geworden was, waren de provisors van het Apostelhuis, de tijdelijke pastoor en de twee oudste kerkmeesters van de R. K. parochiale kerk van Mierlo, zoals ook in de stichtingsbrief bepaald was, en werd ook door een rentmeester beheerd.

Apostelhuis
Het Apostelhuis, tekening van Hendrik Spilman
Hoe het Apostelhuis er in de eerste helft van de achttiende eeuw uitzag, toont de schetstekening, welke H. Spilman daarvan indertijd maakte. Deze is zo goed en kwaad als het ging gereproduceerd in het plaatwerk, dat In 1922 door Sasse van Ysselt bij het Provinciaal Genootschap is uitgegeven.

Het Apostelhuis geraakte in de loop der jaren in zulk een staat van verval, dat in het laatst van de 18e eeuw de kapel moest worden afgebroken. Het huis zelf diende alleen tot boerderij. De oude mannen waarvoor het bestemd was, werden toen reeds door de Provisors bij particulieren uitbesteed, die daarvoor werden betaald uit de inkomsten van dit gesticht. Sedert dien is dit voortdurend geschied, met dien verstande echter, dat vanaf het jaar 1881 de oude mannen voor rekening van de stichting worden verpleegd in het R. K. Liefdegesticht te Mierlo, waarvan het gedeelte, dat tot oude mannenhuis bestemd is, thans in de volksmond het Apostelhuis genoemd wordt. Het Apostelhuis zelf werd nog jarenlang gebruikt als bergplaats voor de daarbij behorende boerderij. In het jaar 1872 is het wegens zijn bouwvallige staat tot aan de grond toe geheel gesloopt geworden; de fundamenten daarvan zijn er in 1908 uit verwijderd. Het erf, waarop het Apostelhuis eens stond, is toen met canadabomen beplant, zodat thans geen spoor van dit vroegere gasthuis meer over is.

naar de editie van De Zuid-Willemsvaart

 


Ontwerp: Beeldmerk 
	ViziVormViziVorm | Realisatie: Bullit beeldmerk Apart InternetApart Internet | Webmaster: Hans Verhees