Heksenvervolging in Mierlo in 1595 |
|
Tekening van heksverbranding in de 16e eeuw. |
Inhoud: | |||||
InleidingIn de jaren aan het einde van de 16e eeuw was het leven voor de gewone man en vrouw in onze regio niet gemakkelijk. Er was vaak honger en levensbedreigende ziektes, in de vorm van epidemieën, kwamen veelvuldig voor. Oorlogen en lokale twisten deden de bevolking ook al geen goed. De kerk speelde soms een kwalijke rol, waarbij het eigen belang van de kerk of de dienaar Gods veelal voor ging op dat van de bevolking. Ook hiervan kent Mierlo een voorbeeld. Europa was in de ban van heksenprocessen voortkomende uit de inquisitie en gebaseerd op de Heksenhamer.
Erasmus van GrevenbroeckErasmus van Grevenbroeck was de 4e Heer van Mierlo uit het geslacht van Grevenbroeck die sinds 1518 heersten over Heerlijkheid Myerle, waaronder begrepen 't Broek en Het Hout en het gebied van de Collse watermolen.. Deze heren waren niet erg geliefd in Mierlo en voerden een bewind waaronder de bevolking leed. Ze moesten werken voor de heer en rechten betalen. Erasmus was na een kinderloos huwelijk met Barbara van Ravenschot in 1577 gehuwd met Johanna Bloeijmans uit 's-Hertogenbosch. Ze woonden ook een gedeelte van het jaar in hun huis aan de Hinthamerstraat aldaar. Johanna was een achternicht van Kardinaal Willem van Enckevoirt en haar vader was de rentmeester van het Apostelhuis dat in naam van van Enckevoirt in Mierlo was opgericht. In 1594 kocht van Grevenbroeck de heerlijkheid Lierop, waartoe ook Stipdonk en de Stipdoncker (water)molen behoorde. Op het kaartje hiernaast - een uitsnede uit Ducatus Brabantiae novissima uit 1661- kunt u de omvang van de bezittingen zien. Erasmus voerde een schrikbewind onder de bevolking en schrok er niet voor terug om de bewoners die niet aan de heerlijkheidsverplichtingen voldeden of door hem ingestelde boetes niet konden of wilden betalen, voor de Schepenbank te dagen en te laten berechten. Vaak ging die berechting vergezeld van de executieveiling van het onroerend goed van de veroordeelde. Aangezien de bevolking arm was, kon Erasmus zo (vaak via stromannen) goedkoop aan bezittingen komen en zijn rijkdom vergroten. Zelf woonde hij op het kasteel van Mierlo, op de kaart aangeduid met 't Huijs te Mierle. Hiernaast ziet u een tekening van het kasteel zoals dat er omstreeks 1732 uitgezien moet hebben. Kenmerkend hierbij is ook dat Erasmus erin slaagde om een regeling te treffen van vrijstelling van belasting en dorpslasten voor al zijn onroerende goederen, waardoor de belastingdruk voor de bevolking nog groter werd. Hij was dus zeker niet geliefd. Mede door de heksenprocessen die hieronder beschreven worden, kwam de bevolking in Lierop in opstand en kocht de dorpsgemeenschap de heerlijkheidsrechten af in 1606. Ook in Mierlo wilde men graag onder die verplichtingen uitkomen en dat lukte in 1617. Inmiddels had de heer van Mierlo een forse rijkdom verzameld, dus hij kon het leiden, maar hij (en in navolging van hem ook zijn zoon Johan) hebben zich nooit neergelegd bij het verlies van de heerlijkheidsrechten. in 1633 verwierf Johan van Grevenbroeck dan ook weer een gedeelte van de rechten over Mierlo terug. Erasmus van Grevenbroeck, inmiddels dus Heer van Mierlo en Lierop, lijkt in de loop van 1595 op zoek naar zijn eigen heksenprocessen. In Cranendonk en Leende zijn er dan al vooraf gegaan. Erasmus ontvangt vanuit Eindhoven en Geldrop informatie dat daar, door de verdachte heks Jenneke Goessens uit Leende, namen uit Mierlo zijn genoemd. Hij krijgt te horen dat het ene Mariken en ene Lysken zijn, die wonen nabij de kerk en nabij de markt. Achternamen worden niet genoemd.
Hiermee werd het startsein gegeven voor een korte maar meedogenloze jacht op heksen in het gebied van de Heerlijkheid Myerle, die uiteindelijk leidt tot de dood van 5 vrouwen op de brandstapel op 18 september nabij het Galgenberg op de Strabrechtse heide. En daarbij blijft het niet, want Erasmus krijgt het ook nog voor elkaar om een week later 10 heksen (7 vrouwen uit Lierop en 3 uit Mierlo-Hout) veroordeeld te krijgen tot de brandstapel. Heemkundekring Myerle heeft samen met Wim Steenbakkers en toneelgroep De Koffieleutjes de heksenprocessen weer tot leven gebracht in een lezing gevolgd door een fietstocht langs de plekken waar een en ander zich heeft afgespeeld. In de lezing heeft Wim Steenbakkers aandacht besteed aan de gebeurtenissen in Mierlo destijds en daarbij ook aangestipt hoe het in Lierop en Asten verliep. Hierbij baseerde hij zich met name op de informatie die Johan Otten heeft opgenomen in zijn uitgebreide beschrijving van de heksenprocessen in Zuid-Oost Brabant met als titel Duivelskwartier. Dit boek is in 2015 verschenen bij Uitgeverij Vantilt (zie ook de aanvullende literatuur). |
Fietstocht 2 september 2017We volgen de fietstocht en de personen die we daarbij tegenkomen. De tocht start bij het Oude Raadhuis in Mierlo. De route van de tocht ziet u op dit kaartje. De plekken die zijn aangedaan en waar de bij de processen betrokkenen hun monoloog hielden zijn gemarkeerd.Vanuit Mierlo gaat de tocht naar een uithoek van de Heerlijkheid Myerle in 1595, grenzend aan het gebied van Helmond en Asten. Daar lag aan de rivier de Aa de Stipdonkse watermolen. Van deze watermolen die inmiddels volledig is verdwenen, zijn nog enkele tekeningen bewaard gebleven die in 1817 door de Franse ingenieur Sermoise zijn gemaakt. Mogelijk komt dit het beste overeen met de molen zoals die daar ruim 220 jaar daarvoor stond. Bij de Stipdonkse watermolen zijn de meeste waterproeven voor de Mierlose beklaagden gehouden. Niet allemaal, die van Marie Baten vond in Geldrop plaats. |
Marie BatenBij de plek waar de Stipdonkse watermolen oorspronkelijk lag treffen we Marie Baten. Zij vertelt haar verhaal.
Marie Baten is de eerste die in Mierlo beschuldigd wordt. Ze is de dochter van Baetken Simons die bekend staat om haar toverkunsten. Vanzelfsprekend wordt aangenomen dat een moeder die kunsten aan haar dochter leert en hiermee is het voor de bevolking een heldere zaak dat Marie een heks is. Ze heeft de koeien van Marten Cuijpers betoverd en die worden daardoor ziek. Ook lijkt ze verantwoordelijk voor de dood van Jan Claessen (of Jan Claeskens). Voor Erasmus van Gevenbroeck is het dan ook allemaal zo klaar als een klontje. Marie is een heks die op 9 september gearresteerd wordt en als ze bekent een heks te zijn, veroordeeld moet worden om “gestelt de worden aen eenen staeck en aldaer leevendich te worden geexecuteert metten vyere soe datter de doet naervolghe”. Erasmus kondigt ook af dat tovenarij in zijn gebied zwaar bestraft zal worden en dat allen die zich daaraan schuldig maken opgepakt zullen te worden. Hij heeft daarvoor immers carte blanche gekregen van de schepenen. De waterproef is een Godsoordeel en een bewijs van onvoldoende gewicht. Een Godsoordeel hield feitelijk in dat men het oordeel uit handen gaf. Als God vond dat de aangeklaagde schuldig was dan liet hij die persoon drijven, als Hij vond dat die onschuldig was dan liet hij de aangeklaagde zinken. Er waren meer Godsoordelen zoals de vuurproef – waarbij de aangeklaagde over hete kolen moest lopen of een heet stuk ijzer in de hand moet houden, genazen de wonden niet snel genoeg dan was je een heks (de vuurproef was inmiddels verboden omdat daarmee veel te makkelijk gemanipuleerd kon worden) -, de kruisproef - kon de aangeklaagde lang genoeg blijven staan als een kruis dus met de armen in de breedte gespreid - en het heilige bede - hierbij moest een stuk wittebrood met kaas worden gegeten zonder zich te verslikken -. Een tweede reden om in de waterproef te geloven was dat heksen, aangezien ze op een bezem konden vliegen, veel lichter dan gewone mensen moesten zijn. Doordat ze zo licht waren, bleven ze drijven op water. De waterproef is op zich niet zo moeilijk te omzeilen. Als je goed uitademt en je zo rond mogelijk maakt dan zink je. Maar of de mensen dat toen al wisten is maar de vraag, zwemmen was geen vorm van vrije tijds besteding. De meeste mensen hadden waarschijnlijk nog nooit gezwommen. Daarnaast waren de vermeende heksen van de spanning niet in staat om rustig na te denken, mogelijk waren ze zelfs in paniek, waardoor het heel aannemelijk is dat ze eerder flink lucht in de longen namen. Het is ook bekend dat bij meerdere waterproeven de aangeklaagde die zonk, zo langzaam uit het water werd gehaald dat die inmiddels verdronken was. Het voordeel was dan wel dat ze onschuldig gestorven waren en begraven mochten worden in de gewijde grond op het kerkhof. In Mierlo is het niet voorgekomen dat een aangeklaagde bij de waterproef zonk en dus onschuldig was. Bij de vervolging in Asten die enkele weken later begon is dat wel aan de orde geweest. Zeker na het afschaffen van de waterproef kwam de heksenwaag meer in beeld. Hierbij was er geen Godsoordeel meer, maar wel een gewichtsproef. Als iemand te licht was voor zijn of haar postuur dan was men een heks. Als je zwaar genoeg was dan kreeg je een verklaring van waagmeester en kon je daarmee aantonen onschuldig te zijn. In Nederland was een heksenwaag in Oudewater. Dit is de meest bekende in heel Europa, ook omdat Keizer Karel V deze heksenwaag gecertificeerd had. In de video hiernaast wordt de heksenwaag toegelicht. Zover bekend hebben geen Mierlonaren gebruik gemaakt van de heksenwaag. In deze video (met Engelstalige toelichting) worden de heksenprocessen en het gebruik van de waterproef en de heksenwaag besproken Hiervoor werd dan Beul meester Hans uit Roermond (Hans van Ruremonde) ingezet die ook de voltrekking van het vonnis voor zijn rekening nam. Meester Hans is waarschijnlijk Hans Diepenholt, afkomstig uit de familie van beulen uit Roermond. In die tijd wat het gebruikelijk dat het beroep overging van vader op zoon. Meester Hans is overigens ook een algemene term om een beul aan te duiden, dus het zou een andere beul geweest kunnen zijn. In hoeverre de schepenen met scherpe examinatie gedreigd hebben is niet bekend, wat we wel weten is dat Marie Baten snel bekende en dat bij haar dus geen scherpe examinatie nodig was. Ze gaf aan niet te weten waarom ze bleef drijven, maar vroeg aan van Grevenbroeck wel genade. Ze bekende het betoveren van de koeien van Marten Cuijpers. Maar ook die van Willem Gheven (de schepen) en van Dierick Roeffen. In haar bekentenis is te lezen: ‘Gevraeght wat sy by de woorden tooveren is verstaende? Seet dat men doer tooveren alle quaet soude mogen doen soo aen menschen, beesten ende anderssins.’ Verder verklaart Marie over haar omgang met de duivel. Alle heksen werden ervan verdacht om omgang met de duivel te hebben en zo het ‘ware geloof’ te verloochenen. Hiermee werd door het wereldlijk gezag ook meteen de goedkeuring van het kerkelijk gezag verkregen, immers omgang met de duivel werd door de kerk absoluut veroordeeld. Hiermee waren de heksen ketters en was het ter dood brengen van hen geen probleem vanuit geloofsoogpunt. De duivel waarmee Marie omgang had noemde zich Lucifer en vertoonde zich in de gedaante van een in het zwart geklede man. Marie verklaarde ook had hij een koud aanvoelend lichaam en geslacht had en dat ze heel vaak gemeenschap met hem gehad had. Lucifer had haar veel rijkdom in het vooruitzicht gesteld en met haar toestemming voorzichtig het Chrisma van het voorhoofd gekrabd. Het Chrisma ontvang je bij de doop. Daarmee word je kind van God. Doordat de heks het Chrisma laat wegkrabben, verlaat ze dus feitelijk ook het geloof. Deze thema’s zien we bij heel veel processen terugkomen. De Heksenhamer, het handboek voor de ondervragers, verwees daar ook uitdrukkelijk naar. Seks was is 1595 sowieso al een beladen onderwerp en de openlijkheid waarmee heksen dat bedreven was dan ook bij voorbaat al beschamend. Met dit soort bekentenissen werd ook de goedkeuring van het gewone volk verkregen, want men snapte heel goed dat dit soort gedrag toch echt niet kon en het was dus een goede zaak dat de machthebbers tegen deze mensen hard optrad. In de bekentenis van Marie werd ook gesproken over de dansen die de heksen in Mierlo op de heksensabbat hadden uitgevoerd samen met hun duivels. Marie noemde in haar bekentenis de namen van een aantal vrouwen, Jenneke Goessens – de bekaagde uit Geldrop die haar feitelijk had verraden - Lys Cuypers, Lyncken Pastoirs, Heil Bellen en Jenneken Gordtkens. |
Heijl BellenDe fietstocht in 2017 gaat vanuit de Watermolen op Stipdonk terug over het kanaal in de richting van de Oude Goorenweg. Hieraan ligt het Oude Goor – een drassig beekdal – waar volgens de bekentenissen van de heksen zij hun duivels ontmoetten voor de heksensabbat waar zij de ‘dans’ met de duivels en elkaar uitvoerden en zich tegoed deden aan eten, drinken, dans en seks. Zoals bij Marie ook het geval was, wordt aan Heijl gevraagd hoe haar omgang met de duivel was. Heijl geeft aan dat haar boel Barlebas heet en dat ze hem in eerste instantie heeft weten te weerstaan. Maar hij had haar zwakke plek gevonden. Ze had ernstige geldzorgen en Barlebas beloofde die te zullen oplossen en haar in goeden doen te zullen laten verkeren als ze God verzaakte en gemeenschap met hem wilde hebben. Uiteindelijk heeft ze toegegeven. Barlebas verscheen haar als een in het zwart geklede man wiens stem eigenaardig klonk. Het leek alsof hij praatte met ‘pap in de mond’. Heijl geeft toe regelmatig met haar boel op de dans te zijn geweest, met name in Lierop op de boerderij van Ariens. Verder heeft ze sinds 7 jaren ook vaak gemeenschap met hem, zelfs ’s-morgens al ze bij haar man in bed ligt. |
Marie en Heijl zelf aan het woordZoals vermeld werden Marie Baten en Heijl Bellen gevangen gezet en ondervraagd op het kasteel van Mierlo. Waarschijnlijk werden ze opgesloten in de gijzelkamer boven in de Donjon van de hoofdburcht. Daar vond vrijwel zeker ook de examinatie door de beul plaats. Het kasteel van Mierlo is door de gemeente Geldrop-Mierlo aangewezen als een archeologisch monument. In het kader daarvan zijn een aantal filmpjes gemaakt om het monument meer onder de aandacht te brengen. In één van de filmpjes wordt aandacht besteed aan de heksenprocessen en komen Marie en Heijl zelf aan het woord, weliswaar niet in hoogsteigen persoon maar vertokt door Annelies van Hout en Wilma van Lierop. De andere filmpjes kunt u bekijken op: Kasteel Mierlo in beeld |
De heksensabbat of heksendansKenmerkend in alle processen in Mierlo en omgeving, behalve die van de hoogbejaarde en demente Griet Mijnsheeren uit Lierop, is dat de heksen met hun boel samenkomsten vieren. De heksen vieren hun sabbat op aangewezen plekken en springen daarbij geweldig uit de ban. In de processen in Mierlo (en heel Peelland) komt een grote overeenkomst naar voren. Het lijkt bijna te toevallig dat die verklaringen zo goed overeenkomen, mogelijk dat dat te wijten is aan de manier van ondervragen door de schepenen dan wel aan de manier van optekenen door de secretarissen. In Mierlo komen de heksen samen zowel in het dorp, voor het huis van Lys Cuypers aan de Markt, als op Overakker, in de tuin van de pastorie. Ook wordt er gedanst bij de boerderij van Claes Ariens in Lierop, in het Oude Goor en bij de molen op het Moleneind tussen Geldrop en Mierlo. In de verklaringen wordt de aanduiding sabbat niet gebruikt, alleen de term dans wordt gebezigd. Uit de verklaringen in Mierlo blijken ook geen uitspattingen zoals elders in Europa wel voorkomen. Hier worden geen padden gegeten en worden geen ongeboren of zeer jonge baby’s gebarbecued of gekookt. Er wordt geen gewag gemaakt van een buitengewoon bacchanaal waarbij wijn wordt gedronken uit koeienhoorns. Er zijn zelfs geen katten die meedansen. Anderzijds blijkt uit de verslagen dat de schepenen is deze ook niet erg veel doorvroegen. Er is in het algemeen sprake van zeer korte verklaringen. Er werd gevraagd of ze ten dans gingen met hun boel, verder werd er dan gevraagd of ze seks hadden met de duivel en verder wie en nog meer aanwezig waren. De antwoorden hierop waren voldoende voor het doel van de ondervraging. Verdere informatie was niet echt nodig. Zodoende weten we ook niet hoe de heksen hun dans bereikten. Daar werd niet echt naar gevraagd. Nergens lezen we dat de heksen op bezems vlogen. Slechts sporadisch wordt iets over de verplaatsingen vermeld. Zo weten we van Jenneken Gordtkens en haar boel dat vanuit Geldrop “sij vlogen over de heije naer huijs op swerte peerden”. Bij Lys Cuijpers is te lezen dat ze vliegzalf gebruikten uit de smeerpot die zij beheerde. Dit zwart/witte smeersel had ze gemaakt van mensenbotten die ze gestolen had op het kerkhof en van mensenvet dat haar boel Struijs haar gegeven had.
|
De vrouw van Matthijs de SmetDe fietstocht gaat verder naar het centrum van Lierop. We komen aan op Laan ten Boomen bij het huis van de secretaris van Lierop Matthijs de Smet. We noemen haar Anna. Anna is ziek, ze heeft last van haar hart en is ervan overtuigd dat ze betoverd is. Ze doet ons haar verhaal. Anna zit in haar stoel onder de boom voor de boerderij en heeft het moeilijk. Ze is doorlopend erg moe en heeft last van haar hart. Ze heeft een heel zwaar leven om maar eens te spreken met de woorden van cabaretière Brigitte Kaandorp. Anna is ervan overtuigd dat ze is betoverd waardoor ze ziek geworden is. Ook zijn er beesten van haar man ziek geworden, ongetwijfeld ook betoverd. Net als bij een andere koe op Ten Boomen. Toen die gestorven was trof men in het hart van het dier vreemde voorwerpen aan onder ander “een quaden nest van haer”. Anna is ervan overtuigd dat dat bij haar ook het geval is. Volgens Anna heeft Lyncken Pastoirs uit Mierlo haar in haar hart getoverd, waardoor het niet goed meer werkt en ze zo moe is dat ze de hele dag niets meer kan doen.
De fietstocht gaat verder door Lierop naar de Wertstraat. In deze straat woonde verschillende vrouwen die in Lierop van hekserij werden beschuldigd. Nu worden de fietsers hier ontvangen door Wim Steenbakkers die geassisteerd wordt door een kleine heks. De deelnemers die ter plekke aankomen worden direct betoverd door de charme van de kleine heks en luisteren daarom geboeid naar de toelichting de Wim geeft op de vervolging zoals die in Lierop heeft plaatsgevonden. |
Jenneken GordtkensOp de Strabrechtse heide komen de fietsers aan op de Galgenberg. Een beetje een lugubere naam, maar het is dan ook een lugubere plek geweest. Zeer waarschijnlijk was dit de plek waar Erasmus de brandstapel liet oprichten om de heksen te verbranden. Sommigen hebben hun twijfels over deze plaats, omdat het gebruikelijk was om misdadigers die met de dood bestraft werden bij voorkeur te bestraffen midden in het dorp. De meeste galgen vinden we dan ook op de markten, de centrale pleinen in de dorpen en steden. Dit met name vanwege het afschrikwekkende karakter van de terechtstelling. Het was goed als zoveel mogelijk inwoners konden komen kijken, dan wisten ze wat hen te wachten stond als ze zich niet goed gedroegen. Dat ook Erasmus van publiciteit niet vies was blijkt uit verschillende acties. Hij laat de heksen naar de Stipdonkse watermolen brengen met veel tam-tam, zodat toch iedereen maar kan komen kijken. Hij vraagt aan de pastoor om de klok te luiden voor dit ‘evenement’. Een ook de executies laat hij zonder uitstel doorzetten nadat ze zijn aangekondigd. Een verzoek van de monniken die de veroordeelden begeleiden in hun laatste uren om de terechtstelling te heroverwegen of tenminste uit te stellen wordt door hem resoluut van de hand gewezen.
Op de Galgenberg treffen we Jenneken Gordtkens aan. Jenneken vertelt haar verhaal op een heel bijzondere manier. Ze maakt geen gebruik van haar stem maar neemt de fietsers via tekstplaten mee in haar verhaal. Dit verwijst naar 1595, want toen was Jenneken ook niet zo spraakzaam, zo blijkt uit de stukken. |
Anneken Boons-Baten, schoonzus van Lyncken PastoirsNa de indrukwekkende stilte van de monoloog zonder woorden op de Galgenberg gaat de fietstocht verder over de hei, terug naar Mierlo. De fietsers passeren het gebied waar het kasteel heeft gestaan en bereiken via de Trimpert de Zwanenweijer. Daar treffen de fietsers een heel andere figuur aan. Geen heks of (vermeend) slachtoffer van tovenarij maar een dame, afkomstig uit Leuven. Ze heeft plaatsgenomen op het bankje en spreekt de fietsers toe. Uit haar tas haalt ze een brief die zo onlangs ontvangen heeft van de pastoor van Mierlo. Deze brief doet haar rillen en ze weet haar tranen nauwelijks te bedwingen. Deze dame is Anneken Boons-Baten en ze is de weduwe van Jacob Boons, de broer van Catharina Boons, beter bekend als Lineke Boons. Lineke is – al 7 jaar - de pastoorsmeid van pastoor Verrijt in Mierlo en wordt daarom in Mierlo ook wel Lyncken Pastoirs genoemd.
|
De veroordeling van de Mierlose heksenNadat de waterproef voor alle 5 de vrouwen, Marie, Heijl, Lys, Jenneken en Lyncken, negatief is uitgevallen en ze allemaal, al of niet onder de druk van de scherpe examinatie, hun daden bekend hebben en deze bekentenis enkele keren zonder druk hebben bevestigd is het aan de schepenen om het vonnis te vellen. Opvallend is dat de schepenen erin geslaagd zijn om de vrouwen allemaal overeenkomstig te laten bekennen. Er is een grote gelijkluidendheid in de bekentenissen zoals die zijn opgeschreven. Het zou natuurlijk ook kunnen zijn dat de schepenen niet zo erg geïnteresseerd waren in het echte verhaal van de aangeklaagden, maar alleen datgene hebben gehoord en opgeschreven wat nodig was om het Heer van Mierlo, Erasmus van Grevenbroeck, tevreden te stellen. Opvallend is ook dat bij de verhoren van de Mierlose vrouwen de beul niet veel werk heeft gehad. In de verslagen is steeds sprake van een snelle vrijwillige bekentenis of slechts een lichte druk (één of twee slaagkens waren voldoende). Alleen op Jenneken Gordtkens is waarschijnlijk wat meer druk uitgeoefend. Van stevige folteringen, zoals de wipgalg, lijkt nu geen sprake te zijn geweest. Bij de processen die enige tijd later zullen volgen in Asten onder het bewind van Bernard van Merode is dat wel anders.Op 18 september vroeg in de morgen spreken de schepenen uit: ‘dat onvermidts den delicten van toovereijen ende anderen bij den gevangen respective gecommitteert ende naerder in elcx ende eenijgelijcx confessie wtgedruct, deselve respective verbeurt te hebben hen lijff ende goet ende daerom sullen worden geexecuteert van lijffve metten vuijer in vueghen datter de doot naevolghe. Behoudelijck nochtans dat die ghene van den gevangenen die bevonden sullen worden van hennen delicten te resipisceren ende waerachtelijk daer af te peniteren, sullen voer al vuijt gratien ierst worden geworght daer innen de gehvanghene respective condempnerende.’ (dat vanwege de delicten van tovenarij en andere die door de gevangenen zowel zijn toegegeven als nader in een gelijkluidende bekentenis vastgelegd, de betreffenden respectievelijk verbeurd hebben hun lijf en goed en daarom zullen worden geëxecuteerd door het vuur zodat de dood erop volgt, met de toevoeging dat degenen van de gevangenen die hun misdaden eerlijk bekennen en waarachtig berouw tonen, vooraf uit genade eerst zullen worden gewurgd. Hiertoe die gevangenen respectievelijk veroordelend. Vertaling naar Johan Otten)
|
Baetken Baten kijkt terugDe fietstocht gaat na de monoloog van Anneken Boons terug naar de kom van Mierlo. De fietsers komen aan in de tuin van de huidige pastorie en treffen daar Baetken Baten, de dochter van Marie Baten. Inmiddels zijn er vele jaren verstreken, want we spreken Baetken na het overlijden van Erasmus van Grevenbroeck. De kwaal waaraan hij leed en die hij blijkbaar kwijtraakte na de onttovering door Lyncken Pastoirs heeft hem waarschijnlijk goed gedaan. Hij heeft nog 38 jaar geleefd en sterft op 81-jarige leeftijd in 1631. Opvallende is de sterfdatum 18 september, precies de dag waarop de Mierlose heksen in 1595 verbrand zijn.Baetken vertelt de fietsers dat het inderdaad niet boterde tussen de pastoor en de kasteelheer. Ook vertelt ze dat van Grevenbroeck nadat haar moeder op de brandstapel was verbrand langs kwam en dat alles verbeurd verklaard was. Hij wilde geld hebben voor de zorg die hij aan Marie gegeven had. Het gezin van Marie was arm, maar daar had Erasmus geen boodschap aan. Hij vroeg wel 100 guldens als onkostenvergoeding. De kinderen Baten hebben hem toen, volgens Baetken, uitgelachen want dat was immers een immens bedrag voor hen. Hij verlaagde als ras naar 50 guldens, maar ook dat was nog niet haalbaar. Uiteindelijk nam hij genoegen met 18 guldens. Ze moesten bijna alles verkopen om aan zijn eis te voldoen, tot zelfs de bijenvolken die Marie beheerde toe. Ze raakten zo niet alleen hun bezit maar ook nog eens de inkomstenbronnen kwijt. Baetken weet te vertellen dat ze gelukkig weer een aantal bijenvolken hebben kunnen bemachtigen. Zodoende kunnen ze weer wijn van de honing maken, iets wat Baetken zich – nog steeds - goed laat smaken. Ze proost nog een keer op de overleden Heer en heksenhater en bedankt iedereen voor de belangstelling, want hiermee is de fietstocht ten einde. Met de terechtstelling op 18 september 1595 kwam een einde aan de vervolging van slechts één week in Mierlo. Het ging door in Lierop, Mierlo-Hout, Asten en Someren. De monoloog van Baetken Baten. |
Mierlo-HoutOp 14 september toen Marie Baten nog eens werd ondervraagd. Dit om haar bekentenis opnieuw bevestigd te krijgen maar ook om zo mogelijk nog nieuwe informatie te verkrijgen, dan wel vermoedens door haar te laten omzetten in beweringen. Met enige aandrang wordt aan Marie gevraagd of ze nog meer namen heeft van medeplichtigen in het betoveren van mensen, dieren of gewassen. Ze noemt dan de namen van drie vrouwen uit ‘t-Hout. Dit is dan een buurtschap in de noordhoek van de Heerlijkheid welke bestaat uit een kapel (de Sint Agathakapel, die stond ongeveer op de plaats van de huidige Sint Lucia kerk in Mierlo-Hout) met daarbij enkele huizen en een herberg, met daarom heen enkele boerderijen. Een van de vrouwen – Judth van Dorren – wordt ook in een verhoor in Lierop genoemd. Dat is voldoende, twee streepjes achter de naam is reden genoeg om opgepakt te worden. Judth wordt opgehaald en gevoegd bij de vrouwen uit Lierop die de waterproef moeten ondergaan. Daarna wordt Judth ondervraagd en noemt ze de namen van Margriet Muls en Theun Eumans. Dezelfde namen die ook Marie Baten heeft genoemd. In hoeverre die namen door de schepenen aan Judth zijn voorgehouden blijft natuurlijk de vraag. Opvallend is dat de vrouwen uit Mierlo-Hout ondervraagd worden door de schepenen uit Lierop en niet door die uit Mierlo. Dit zou toch eigenlijk gepast hebben in de normale rechtsgang. Erasmus van Grevenbroeck keek wat dit betreft niet zo nauw. De Lieropse schepenen waren met hun verdachten bezig en konden die drie uit Mierlo-Hout er wel gewoon bij nemen. Er waren ook niet zoveel beschuldigingen uit de Mierlo-Houtse gemeenschap. Aan de vermeende slachtoffers is gevraagd of ze dachten dat hun beesten, gerst of kinderen iets was overkomen door tovenarij. Ze houden zich op de vlakte en zeggen dat dat best zou kunnen, maar dat ze dat niet weten. Bijzonder is ook dat in de verklaringen van de verdachte vrouwen te lezen valt dat ze hun eigen beesten hebben betoverd. Het waarom hiervan is niet duidelijk. Als de vrouwen in hun ondervraging aangeven dat ze gedanst hebben met hun boels, die de namen Barlebas, Eenhoorn en Lucifer dragen, dat die hun geld beloofd hebben en het Chrisma van hun hoofd hebben gekrabd. En als dan ook nog blijkt dat ze dat samen met ‘die persoonen lest tot Mierlo geexecuteert mette brande” gedanst hebben nabij de kerk van Mierlo en in het Oud Goor, is de zaak rond. Er wordt dan ook niet veel moeite meer gedaan om nog meer verklaringen te krijgen en die netjes op te schrijven. Het blijft bij summiere notities die net goed genoeg zijn voor een veroordeling. Een week na de executie in Mierlo worden deze drie vrouwen – op 25 september - veroordeeld tot de brandstapel, samen met 7 vrouwen uit Lierop. Het vonnis luidt hetzelfde als dat in Mierlo. Voor één van de vrouwen uit Lierop gold een uitzondering. De 90-jarige demente Griet Mijnsheren heeft geen spijt betuigd, waarschijnlijk wist ze helemaal niet wat er gebeurde, en ze kwam daarom niet voor de gratie in aanmerking. Zij werd dus veroordeeld tot levende verbranding. Wanneer het vonnis voltrokken is, is niet bekend, maar dat zal spoedig daarna gebeurd zijn. |
Lucia Fransen weet te overlevenIn het verhaal over de heksen van Mierlo in 1595 mag Lucia Fransen niet ontbreken. Zij is de dans ontsprongen, maar haar verhaal is daardoor niet minder interessant en zegt veel over hoe Erasmus met het recht omging. In haar verklaring van 14 september noemt Marie Baten de naam van Sije Franssen, hiermee doelende op Lucia Janssen, de 69-jarige weduwe van Frans Michiels Wijtphens. Tussen Lucia en Marie, die bij elkaar in de buurt woonden, boterde het niet en het lijkt er dan ook op dat Lucia gelijk heeft als ze verklaard: ‘Marie Baten draagt mij een kwaad hart toe, wat tot de beschuldiging heeft geleid’. De beschuldiging van Marie heeft echter niet geleid tot het oppakken van Lucia. In september wordt met die informatie niets gedaan. Pas enkele maanden later, eind november, als de storm van de processen in Peelland eigenlijk al is gaan liggen, laat Erasmus Lucia Fransen alsnog oppakken. Inmiddels wordt er vanuit de centrale overheid anders over de heksenprocessen gedacht en is Erasmus voorzichtiger geworden. Hij laat Lucia oppakken zonder de schout en schepenen er bij te betrekken. Lucia moet de waterproef ondergaan, waarvoor op 8 november vanuit Brussel een verbod voor de zuidelijke Nederlanden is afgekondigd. Erasmus laat de proef niet met zoveel ruchtbaarheid afleggen als in september. Er wordt niet gekozen voor het diepe water bij de watermolen op Stipdonk, maar voor een ondiep turfgat op het grondgebied van de Heer van Mierlo. Er is geen beul bij betrokken maar slechts enkele familieleden van Lucia. Er komt ook geen formele aanklacht. Lucia wordt opgesloten in een uithoek van het kasteel, een geheim hol waar Erasmus zijn laatste slachtoffer ongezien een poosje kon verstoppen. In een later onderzoek is te lezen: ‘Twaalf etmalen zat ze in haar kille, bedompte cel onder de grond, waar ze noch zon noch maan te zien krijgt. Hangend in de palei, de takel waarmee ze aan haar achter haar rug gebonden handen is opgehesen, moet ze martelingen ondergaan.’ De schout van Mierlo beschrijft haar cel desgevraaagd als ‘een zeker kelderke, dat daar onlangs is ontdekt’. Van de ondervraging van Lucia is geen verslag bekend, waarschijnlijk zijn er naast de beul en Erasmus geen formele gezagsdragers aanwezig geweest. Erasmus weet aan Lucia te melden dat ze schuldig is bevonden en zal moeten sterven tenzij ze hem 300 guldens betaald en de naam van een andere heks noemt, zodat die kan worden vervolgd. Hoe het precies gelopen is weten we niet. Duidelijk is wel dat ook nu Erasmus zijn vraagprijs vrij snel bijstelde naar beneden. Hij nam genoegen met een bedrag van 150 guldens, waarvan Lucia er 50 meteen moest betalen en er 100, op grond van borgstelling van enkele familieleden, werd uitgesteld. Het lijkt erop dat Erasmus zich vergist heeft en dacht dat hij een veel rijkere weduwe te pakken had en nu tevreden moest zijn met veel minder. Lucia heeft een gedeelte van haar bezittingen moeten verkopen via een openbare verkoping om aan de schuld te voldoen. Naast deze afkoopsom kreeg ze ook nog de rekening van de beul (8 guldens), de waterproef en de verzorging tijdens de opsluiting (5 guldens). Het is niet bekend of Lucia de 100 guldens ook daadwerkelijk betaald heeft. Op grond van de onderzoeken die inmiddels gestart waren naar de vervolgingen van de heksen in Peelland is het niet uitgesloten dat Erasmus hier bakzeil heeft moeten halen en afgezien heeft van dit bedrag. |
Mierlose heksen in beeldOp verschillende momenten zijn film en video beelden gemaakt over de heksen en de heksenprocessen in Mierlo. In deze paragraaf wordt daar aandacht aan besteed. Achtereenvolgens maken we een stukje van een aflevering van De wandeling van Omroep Brabant mee, vervolgens kijken we mee met de Brabantse dag in Heeze en tenslotte besteden we aandacht aan de tentoonstelling zoals die op Kasteel Helmond in 2019 georganiseerd was. In het Omroep Brabant programma De Wandeling namen René Bastiaanse en cameraman Léon tussen 1998 en 2005 kijkers in meer dan 200 afleveringen mee op pad langs de mooiste plekjes van Brabant. In één van de afleveringen kwamen de heksenprocessen in Mierlo en Asten aan de orde. Lies Metternich en Henk Wasser hebben van de aflevering een versie gemaakt die specifiek op Mierlo ingaat. Je kunt die hieronder zien. Brabantsedag in Heeze had in 2018 als thema 'Van Ravenstein tot Roosendaal, historische gebeurtenissen of personen in Brabantse steden en dorpen dienden als inspiratie voor de wagenbouwers. De heksenvervolging en -processen in Mierlo pasten volgens vriendenkring Hopeloos prima in dit thema en ze zijn daarmee aan de slag gegaan. De wagen en bijbehorende groep kreeg als titel mee: De heksenjacht van 1595 Des Duivels! De heksen of de heksenjacht? De jury was vol lof met als gevolg dat zw werden aangewezen als algemeen winnaar van de Brabantsedag 2018. De groep heeft op een indrukwekkende wijze, zowel in de uitbeelding in de wagen als in de volggroep, blijk gegeven van historisch besef en de gruwelijke gebeurtenissen in het Mierlo van 1595. In de video hieronder krijgt u een beeld van hun prestatie. Let daarbij ook op de smink en de gezichtsuitdrukking van zowel de burgers als de heksen.
Tragische lot Voor het eerst in de geschiedenis wordt nu een tentoonstelling gewijd aan het tragische lot dat tientallen vrouwen uit Zuidoost-Brabant ruim 400 jaar geleden trof. Hun processen worden belicht, met speciale aandacht voor aspecten als marteling en de waterproef. Ook het toen algemene geloof in magie komt aan bod. Het rijksarchief in Brussel leent voor deze gelegenheid authentieke documenten uit. Maxime van Amersfoort heeft voor deze expositie een aantal mooie muurschilderingen gemaakt. Mogelijk als voorproefje treft u hiermaast de afbeelding Hanged Witch (opgehangen heks) aan. Hierbij heeft Maxime een fysieke palei (folterwerktuig met katrol en touwen) fraai gecombineerd met een muurschildering. |
Samenvatting heksenprocessen in EuropaHistoricus Steije Hofhuis van de Universiteit Utrecht legt in onderstaande video met als titel 'Waren heksen altijd vrouwen?', gemaakt door de Universiteit van Nederland, uit dat in het verleden vrouwen maar ook mannen en zelfs kinderen over een groot gedeelte van Europa werden veroordeeld voor hekserij. De reden? Vaak dezelfde als die welke gold voor de Mierlose heksen gebaseerd op een complottheorie waarin geclaimd werd hoe heksen zich hadden verbonden met de duivel. Ze kregen magische krachten van hem om vee of mensen ziek te maken en oogsten te laten mislukken. Steije Hofhuis legt op een duidelijke manier uit hoe er gedacht werd. Deze video is een mooie samenvatting van het algemene heksenverhaal wat ook Mierlo in de ban had. Heeft u een reactie op dit artikel, laat die gerust achter in ons gastenboek of stuur uw opmerking in via het contactformulier. |
Wilt u nog meer lezen?
|
- “Heksen” uit 1595 terug in Mierlo en Lierop; Artikel Mierlose krant 7-9-2017 [D] Het bovenstaande artikel is gebaseerd op informatie afkomstig uit deze bronnen. Afbeeldingen zijn afkomstig van (c) Henk van Sleeuwen of uit het publieke domein van internet. HKM gaat er vanuit dat de gebruikte afbeeldingen rechtenvrij zijn. |